Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Hij nam de zeven broden en de vissen, en als Hij [24]gedankt had, brak Hij ze, en gaf ze Zijn discipelen; en de discipelen [gaven ze] aan de schare. 24. Namelijk over dezen zegen, die Hij reeds hield als verkregen. Want Hij wist dat Hij daartoe van den Vader macht had ontvangen en dat de Vader hem altijd verhoorde. Zie Joh.11:41,42.